Rennradfahrer ohne Helm

Elf dagen geleden vertrok ik met de heren (mijn twee zonen en vier van hun vrienden) naar het Zwarte Woud. We hadden vier tochten met verschillende beklimmingen uitgestippeld. Kort na onze aankomst in Kirchzarten gingen we op pad. De lichte regen kon ons niet deren, we wilden er meteen tegenaan. Langer dan 10 km zou dat niet duren. We reden tegen hooguit twintig kilometer per uur toen we van de ene kant van de weg naar de andere kant moesten om op een iets hoger gelegen fietspad te komen. Ik stak als laatste over en dat is meteen ook het laatste wat ik me herinner.
’s Avonds werd ik wakker op de intensive care van het Universitätsklinikum in Freiburg. Ik was er vanuit een streekziekenhuis naartoe gebracht. De diagnose luidde: sleutelbeen gebroken, jukbeen gebroken, Felsenbein gebroken, bloeding in flink gezwollen oog en middenoor, hersenschudding, schedelbasisfractuur, epiduraal hematoom. Vooral dat laatste, de bloeding in mijn hoofd, baarde zorgen. In de eerst volgende uren zou duidelijk worden of operatie noodzakelijk was. Herhaaldelijk werd me verteld dat ik ‘viel, viel Glück’ had gehad. En in de overdrachten werd ik die ‘Rennradfahrer ohne Helm’ genoemd.
Het ergst vond ik dat ik mijn zonen en hun vrienden de schrik van hun leven had bezorgd. Mijn jongste zoon was het eerst bij me na mijn val over de glibberige fietspadrand, de oudste ging mee met de ambulance. Hun blik, hun reactie toen zij bij mij mochten op de intensive care, zal ik nooit vergeten. Henri, een andere heer, zou zich een dag later bij de groep voegen. Hij bracht Paula, mijn geliefde, mee. In haar armen was er geen houden meer aan: de tranen bleven stromen
Na drie dagen ging ik over naar een afdeling chirurgie. Weer zeven dagen en menig onderzoek later, werd ik stabiel genoeg bevonden om met de ambulance vervoerd te worden. Terug thuis nu, wacht me een lang herstel met bezoeken aan neuroloog, chirurg en KNO-arts.
Uitgerekend in het jaar dat ik een halve eeuw rondtoer op een racefiets, moet ik heel deemoedig mijn mening over het dragen van een helm herzien. Nooit ga ik nog zonder hoofdbescherming op pad. Er is teveel waar ik (intens) dankbaar voor moet zijn.