Beter!

Na een herstel- en opbouwperiode van zeven maanden heb ik me vandaag helemaal beter gemeld. Vanaf morgen werk ik dus weer 36 uur per week. Mijn brein is grotendeels gereset, althans, dat gevoel heb ik. Alle mogelijke restverschijnselen die bij een hersenletsel horen, lijken (gelukkig) aan me voorbij te gaan: geen geheugen- en concentratieproblemen, geen hoofdpijnen, geen grieperige oververmoeidheid. Aan het eind van de dag ben ik wel (behoorlijk) moe, maar dat heeft tot gevolg dat ik meer en beter slaap dan ik het laatste decennium heb gedaan. Heb ik verder niets aan mijn Freiburgse capriolen overgehouden? Ach. De twee uit elkaar staande stukken van mijn rechter sleutelbeen zoeken nog steeds toenadering tot elkaar. Door het loszittend netvlies van mijn linkeroog komen er nog geregeld mouches volantes voorbij. En een bilspier blijft weerspannig voor lichtelijk uitstralingsverdriet zorgen, ondanks de dry needling van een fysiotherapeut en het handwerk van een manueel arts. Toerend op de racefiets heb ik nergens last van, wil ik nergens last van hebben. Op de racefiets moet er gedroomd worden. Van wat komen gaat: het fietsweekend met mijn zonen, de fietsvakantie met mijn dierbare echtgenote, de fietsvierdaagse met de heren. De helm op mijn hoofd blijkt geen belemmering voor al dat dromen.